Sven Boel
1985 ° - Oostakker
Sven Boel (°1985 in Sint Niklaas, woont en werkt in Gent) behaalde in 2012 zijn master beeldhouwkunst aan KASK Gent. Zijn sculpturen zijn heel abstract te omschrijven als totems van woorden die in de ruimte geplaatst worden, die gevoelens van humor en herkenning oproepen, op het kruispunt van taal, improvisatie, vorm- en kleurcompositie. Concreet boetseert Sven solide beelden die vaak een enigszins antropomorfe vorm hebben. Uit stevige hompen klei trekt en duwt hij vormen tevoorschijn. Hij doet dat niet in opbouw door steeds stukjes klei toe te voegen, zoals men traditioneel veel met klei werkt, maar door klei weg te nemen, weer samen te smijten (letterlijk!) en al zoekend tot een vorm te komen. Spontaniteit staat binnen het werkproces van Sven centraal, want hij begint met zijn materiaal te werken zonder vooropgezet plan. Het is een werkwijze die vertrekt vanuit de gestiek, vanuit het gebaar. Traditionele materialen en de bijbehorende klassieke procedés confronteert hij daarbij graag met hedendaagse materialen zoals acrylhars, thermoplasten en jesmonite. Aanleiding voor zijn sculpturen vindt Sven in de uitspraken die hij personen om zich heen hoort doen. Om de taal die hij dagelijks opvangt en die niet altijd eenduidig is, te kunnen begrijpen en te kunnen plaatsen, bedenkt Sven er beelden bij. Zijn sculpturen ziet hij als gestolde denkprocessen die ontstaan na het horen van een gesprek, van een woord of van een uitdrukking. Maar ze kunnen ook een resonantie zijn van een persoon en zijn of haar beweringen. Zo bewegen de beelden zich heen en weer tussen taal en beeld – beeld en taal. Bij het afwerken van een beeld, experimenteert Sven met felle, vrolijke kleuren; een onmisbaar element in zijn werkproces. Kleuren geven zijn sculpturen persoonlijkheid, beklemtonen dat ze balanceren tussen figuurlijk en abstract. Ze geven de werken een aura van lichtvoetigheid, van humor die werkt als een knipoog naar de werkelijkheid. Van 26 kilo klei die in het paars kan oprijzen als een betweterige kabouter uit een omgevallen tuinhek. Maar in die 26 kilo klei ziet iedereen iets anders, vanuit zijn eigen perspectief, zoals in voortjagende wolken aan een stormachtige hemel die voortdurend van vorm veranderen.