Astrid Verplancke
1992 ° - Sint Eloois Vijve
Toen Astrid Verplancke (geboren 1992 in Kortrijk, woont en werkt in Stasegem) in 2014 haar Masterproef illustratie deed aan het KASK in Gent, maakte ze een triptiek waarin ze de grenzen tussen illustratie en autonoom werk aftastte. Ze vulde de triptiek met expressief en pasteus geschilderde panelen van bonkige koppen, heldere abstracties en botanische elementen. Sindsdien vormen deze motieven drie belangrijke pijlers in haar werk. In de publicatie God’s Lam die ze in 2016 samen met auteur Ella Vandenbussche uitgaf, figureren ze opnieuw: Permeke-achtige types als rechtvaardige rechters; landschappen die opgetrokken zijn uit kleurrijk gebladerte en grillige rotspartijen; geometrische figuren die als mysterieuze elementen in het landschap zijn gepoot. Astrid zet haar poëtische verbeelding om in expressieve, pasteuze schilderingen die ze opzet met veel verf, ruwe penseelstreken en ongeslepen potloden. Haar ‘creatief geweld’ mocht ze recent inzetten voor twee prentenboeken: Waar zijn de stemmen (2018, met tekst van Emi Catteeuw) en Vissenkind (2019, met tekst van Tim Gladdines). De illustraties die ze voor deze boeken maakte, ademen minder het bonkige, aardse karakter van de eerdere schilderingen, maar komen voort uit een meer experimentele en poëtische benadering in haar tekenstijl. Astrid heeft in de collectie van Kunst in Huis een selectie van haar panelen en schilderingen op papier die ze maakte voor God’s Lam en als voorstudie voor Vissenkind. Haar eerder poëtische (teken)stijl komt aan bod in prenten die ontstonden als voorstudie bij een nieuw boek, met de hoofdrol voor Madeleine: een schone, wulpse, wachtende vrouw.